Leverembolisatie

Embolisatie van de lever: TAE en TACE
Embolisatie is een lokale behandeling van de leveruitzaaiingen bij NET.  Het is een palliatieve behandeling die meestal wordt toegepast als operatie van de lever niet (meer) kan of zinvol is. Doel van de behandeling is het remmen van de ziekte en/of het verminderen van klachten. Van deze behandeling kunt u dus niet genezen. Voorwaarde voor behandeling met embolisatie (TAE en TACE) is dat de lever nog redelijk goed functioneert.

 

Trans Arteriële Embolisatie (TAE)

Bij embolisatie worden de kleine bloedvaten rond de tumoren afgesloten met een soort korrels. Tijdens de behandeling worden deze korrels in de ader gespoten die het bloed naar de lever brengt. Deze stoffen blokkeren de bloedtoevoer met als gevolg dat er geen zuurstof meer naar de tumor gaat. Door deze toevoer af te sluiten kan de tumor niet verder groeien en neemt de omvang van de uitzaaiingen vaak af. Deze behandeling wordt Trans Arteriële Embolisatie genoemd
TAE is een relatief veilige en bewezen effectieve behandeling bij uitzaaiingen in de lever. Het vermindert de nare klachten die bijvoorbeeld ontstaan door het carcinoïdsyndroom.
De behandeling kan bij dezelfde patiënt meerdere malen worden toegepast.

 

Trans Arteriële Chemo embolisatie (TACE)
Chemo-embolisatie (TACE) is een regionale chemotherapie bij uitzaaiingen in de lever. De chemotherapie wordt in kleine bolletjes met een slangetje via de slagader naar de lever gebracht. De bolletjes gevuld met chemotherapie blokkeren de bloedbaan en geven langzaam hun kankermedicijnen in de lever af. Het gevolg is dat de chemotherapie zo dicht mogelijk bij de uitzaaiingen in de lever terecht komt. (NB. dit kan bij de lever, niet elders in het lichaam).

 

Verschil tussen TAE en TACE
Embolisatie bij NET tumoren (TAE) is iets anders dan transarteriële chemo-embolisatie TACE.
De techniek lijkt hetzelfde maar door de toevoeging van chemo bij TACE wordt de werking van de behandeling anders. TACE (met chemo) heeft bij traag-groeiende NET geen meerwaarde en kan door het gebruik van de chemo juist onnodige bijwerkingen geven.
In de kenniscentra voor NET kan de arts goed bepalen wat de meerwaarde is van de toegevoegde chemo voor uw specifieke situatie.

Bijwerkingen; ‘post-embolisatie syndroom’
Na een behandeling met TAE of TACE kunt u pijn ervaren, daarnaast kunt u last hebben van misselijkheid en braken. Deze verschijnselen verdwijnen meestal na 1 of 2 weken. Indien nodig kan de arts medicatie voorschrijven om een aantal bijwerkingen tegen te gaan.
(Bij TACE kan als gevolg van de chemo ook sprake zijn van een daling van het aantal witte bloedlichaampjes)
Ook kan moeheid ontstaan door de schade in de lever, als gevolg van de behandeling. Daar moet het lichaam van herstellen. De moeheid kan een aantal weken aanhouden voor het lichaam zich weer hersteld heeft. Na de behandeling mag u zich gewoon inspannen en kunt alle activiteiten, die u gewend bent weer oppakken.

 

Algemene informatie
Bij deze behandelingen krijgt u vooraf een plaatselijke verdoving. In principe bent u tijdens deze behandelingen dus bij bewustzijn. De duur van de ziekenhuisopname is kort maar kan bij elke patiënt wisselen. Dit is afhankelijk van hoe de behandeling is verlopen en welke bijwerkingen er optreden. Mensen die een Whipple operatie (operatie alvleesklier) hebben ondergaan, komen helaas niet in aanmerking voor deze behandeling.
Het is van belang om deze behandeling alleen te laten uitvoeren in een kenniscentrum voor NET omdat er goed rekening gehouden moet worden met de werking van de hormonen bij een functionele NET tijdens deze behandeling. Dit vergt veel kennis en ervaring met deze ziekte.

 

Meer informatie over leverembolisatie

Kijk voor meer informatie naar de film van de NET-groep over leverembolisatie