NET van de long

Een NET van de longen ontstaat primair in de longen en kan eventueel uitzaaien naar andere delen van het lichaam. Long-NET worden ook wel carcinoïd (graad 1) en Atypisch carcinoïd (graad 2) genoemd.

Hoe weet de arts dat je een NET van de longen hebt?
De patholoog beoordeelt een stukje weefsel van de tumor dat is weggehaald (weefsel van een biopt of longpunctie). Hij maakt daar plaatjes van die hij onder de microscoop bekijkt.

Laaggradig/hooggradig en kwaadaardigheid
De patholoog kijkt naar het aantal celdelingen. Als een tumor rustig is, zoals de NET graad 1, dan heb je weinig celdelingen en gaat het dus om een laaggradige tumor. Als een tumor agressief is en makkelijk deelt en uitzaait, dan ziet de patholoog veel celdelingen zoals bij een NEC. Gekeken wordt naar het aantal celdelingen per 2 vierkante milimeter.

Jaarlijks worden er ongeveer 100 mensen met long-NET gediagnosticeerd.
Een NET van de long is dus zeldzaam en daarom is behandeling in NET kenniscentrum van belang.

 

Onderzoek bij NET/NEC in de long

Biopt
Door middel van een bronchoscopie wordt een biopt afgenomen. Dit is een onderzoek dat poliklinisch wordt gedaan. De keel en neus worden verdoofd, waarna een scoop (waarin zich een lampje en camera bevinden) via keel of neus wordt ingebracht. De bronchoscoop gaat via de keel, daarna door de stembanden waarna de grote luchtwegen zichtbaar zijn. Als de tumor in de long zit kan er vervolgens via de scoop met een tangetje een stukje weefsel van de tumor worden afgenomen. Een carcinoïd van de longen is makkelijk te herkennen want het is een scherp begrensde, ronde glazige tumor (zie film Long-NET or in English).

CT geleid biopt
Een CT geleid biopt wordt gedaan wanneer de luchtwegen waarin de tumor zich bevindt, niet bereikbaar zijn via mond/neus. De radioloog bekijkt dan aan de hand van de plaatjes die worden gemaakt via de CT-scan waar de tumor zich bevindt. Daarna brengt hij een naald in door de huid naar de tumor die hij kan volgen via de scanbeelden. Vervolgens wordt er een stukje weefsel opgezogen.

Bloedonderzoek
Er worden verschillende bloedtesten gebruikt o.a. de chromogranine-A. Dit is een voorhormoon. Een stofje dat wordt gemaakt door de carcinoïd.

Scans
Via verschillende soorten scans kan worden gekeken naar de exacte plaats van de tumor en naar de uitgebreidheid van de tumor dat wil zeggen: de hoeveelheid en de plaats van de uitzaaiingen.

 

Behandeling long-NET
Behandeling van long-NET is afhankelijk van een aantal factoren, zoals:

  • de snelheid van celdelingen van de NET (maligniteitsgraad)
  • de grootte van de primaire tumor op het moment van de behandelkeuze
  • de grootte van en de hoeveelheid uitzaaiingen naar andere organen en lymfeklieren
  • productie van hormonen (wel/niet functioneel, zie uitleg in brochure)
  • de klachten en de conditie van de patiënt

 

Als operatie nog mogelijk is
Bij een beperkte ziekte, dat wil zeggen dat er een tumor in de long zit die operabel is, kan de tumor vaak nog verwijderd worden. Er wordt dan een deel van de long verwijderd, een kwab of de hele long, waarna volledige genezing nog mogelijk is. De kans dat de tumor dan ooit nog terugkomt is vrij klein maar de patiënt moet daar wel op gecontroleerd worden (opvolging).

Opvolging na operatie
Hoe vervolg je iemand na de operatie? Daar zijn nog geen vaste medische richtlijnen voor in Nederland. Maar de gewoonte is nu dat patiënten tussen de 3 en 6 maanden op de poli komen voor foto’s, lichamelijk en/of bloedonderzoek (chromogranine-A).

 

Behandeling bij uitgezaaide Long-NET
Bij behandeling van uitgezaaide ziekte is geen operatie meer mogelijk, dat heeft geen zin. Daardoor is ook genezing niet mogelijk, omdat je de tumor niet helemaal weg kunt halen. Er zijn echter wel behandelmogelijkheden om de tumorgroei te remmen. Bij mensen met een carcinoïd syndroom als gevolg van een functionele NET van de long, is het van belang de klachten te onderdrukken. Dit kan met somatostatine analogen (octreotide of lanreotide).

Wachten met de behandeling als de tumor niet actief is
Soms kan gewacht worden met de behandeling bij een NET graad 1 & 2 van de long. Wanneer de tumor geen klachten geeft en als de tumor geen groei of activiteit laat zien kan afgewacht worden met behandeling. Dan komen patiënten regelmatig op de poli voor een foto en bloedonderzoek.  

Behandelen als de tumor wel actief is en operatie niet tot de mogelijkheden behoort